rondlopen

Nabooru liep door de woestijn ze zwierf zoals gewoonlijk een beetje rond

Opeens scheerde een hoog gehinnik over de vlakten. Uit de zandduinen kwam Orduin tevoorschijn, met een gevolg van vreemde, mismaaktte, maar enorm grote orks. Hij hield halt toen hij de elf zag.. "Wie daar?!" Vroeg hij in Elfentaal, waarbij de orks ineenkrompen.

''Nabooru en met wie heb ik het genoegen'' zei Nabooru zo zuiver dat het dreigend klonk

"Orduin de Gesel... Aangenaam.." De lange, met haken bezette zweep klakte, toen Orduin een ork weer terug de linies indreef. "Wat doe jij hier, o zo alleen, in de woestijn van Harad?!"

''beetje rondzwerven het gebruikelijke'' zei Nabooru

"In Hatadwaith..?" Orduin keek haar met stomheid geslagen aan, en reedt dichter naar haar toe. "In de buurt van het Land van de Grote heer Sauron?"

''kom op zeg ik zwerf al jaren door Mordor en niemand heeft er ooit iets van gezegd'' zei Nabooru en sloeg haar armen over elkaar

"De Nazgûl dwalen af van hun taken.." Hij boog charmerend, met een nepglimlach, en hij zwaaide met zijn zwaard. "We zullen verder moeten.. Deze uruk-hai gaan met me mee, naar Dol guldûr.." Hij reedt weer naar de colonne soldaten.

Nabooru keek ze na ''charmate man hoor'' zei ze zacht en sarcastisch