Achilles reed vlak bij de gouw. Hij stapte af bij de gouw. Hij had een goede vriend ooit gemaakt, nouja hij had zijn leven gered en hij was op de koffie gevraagd. Nu komt hij nog eens af en toe kanelaars brengen. Deze spaart hij. Opeens zag hij Brasil, ze zag er niet uit als een halfling dus roepte hij."Hé, jij!"Hij liep naar haar toe, zijn stem klonk niet echt bevelend. "Sorry dat ik zo riep, maar wie ben jij? Je bent geen halfling volgensmij."